Milieuvriendelijke omstandigheden voor efficiënt gebruik van meststoffe
Temperatuur
Bij het strooien van korrelmeststoffen hoeft u in het algemeen geen rekening te houden met de temperatuur, mits de plant droog is. Anders kan er bladverbranding ontstaan. Bladverbranding kan voorkomen worden door uitsluitend te strooien/spuiten als het gewas droog is. Dit kunt u controleren door op diverse plekken in een perceel te kijken of het gewas vochtig is.
In het algemeen dient u bij het toedienen van vloeibare meststoffen wel rekening te houden met de temperatuur. Het mag niet té warm en/of zonnig zijn, omdat hierdoor bladverbranding kan plaatsvinden.
Vloeibare meststoffen kunnen beter tegen de avond gespoten worden als de zon minder fel is.
In het voorjaar is de kans om beschadiging van het gewas als gevolg van strooien/spuiten minder groot dan later in het seizoen. Laat in de zomer en in het najaar treedt er bijna geen schade op, doordat planten dan meer afgehard zijn.
Bronnen:
AgroWeerAdvies, 2013.
Bouma, Agrometeorologisch specialist bij Agrometeorologisch Adviesbureau Erno Bouma, 2014.
(Lucht)vochtigheid
Bij zowel het toedienen van korrelmeststoffen als vloeibare meststoffen is het belangrijk dat de plant ten allen tijde droog is. Wacht dus een aantal uur met strooien nadat het geregend heeft. Meststoffen strooien/spuiten kan bladverbranding veroorzaken. In de afbeelding is bladverbranding, veroorzaakt door het spuiten van Urean, te zien.
Wanneer u meststoffen strooit met een hoge luchtvochtigheid of bij (lichte) regen, wordt de meststof plakkerig. Hierdoor kan er kluitvorming ontstaan, met verstoppingen in de strooier als gevolg. Dit kan van grote invloed zijn op het strooibeeld. Zorg er voor dat de kunstmeststrooier is afgedekt met een afdekzeil bij een hoge luchtvochtigheid.
Met name geprillde meststoffen zijn gevoelig voor luchtvochtigheid tijdens opslag en handling. Bij een hoge vochtigheid gaan de korrels aan elkaar plakken en is de kans op kluitvorming groot. Bij het toedienen van vloeibare meststoffen moet het gewas droog zijn.
Bronnen:
Bemesting, 2013.
Bouma, Agrometeorologisch specialist bij Agrometeorologisch Adviesbureau Erno Bouma, 2014.
PPO
Wind
Wanneer u nauwkeurig minerale meststoffen wilt strooien is het van belang dat het niet te hard waait. Bij windkracht 3 of hoger volgens de schaal van Beaufort wordt het strooien van minerale meststoffen afgeraden. Het strooien van meststoffen bij een hoge windkracht kan het strooibeeld sterk beïnvloeden met strooibanen als gevolg In de afbeelding is de invloed van zijwind op het strooibeeld te zien bij een windkracht van 3, volgens de schaal van Beaufort. De groene lijn weergeeft KAS. De groene lijn weergeeft Ureum gegranuleerd en de rode lijn Ureum geprilld. Er is te zien dat zijwind een negatieve invloed op het strooibeeld heeft. Niet alleen de wind, maar met name windvlagen hebben een grote invloed op het strooibeeld. De invloed van windvlagen op het strooibeeld is afhankelijk van de werkbreedte. Hoe groter de werkbreedte hoe belangrijker de invloed van windvlagen is.
Daarnaast is het belangrijk om te kijken naar de te strooien meststof. Sommige meststoffen zijn gevoeliger voor windvlagen dan andere. Bij het strooien van KAS is de invloed van windvlagen groter dan bij kali. Dit komt doordat kali een grotere dichtheid heeft en zo minder beïnvloedbaar is door windvlagen.
Bij het toedienen van vloeibare meststoffen met water als transportvloeistof is het advies om niet te spuiten wanneer de windsnelheid meer dan 5 m/s is. Dit wordt geadviseerd om drift zoveel mogelijk te beperken.
Bij het spuiten met straaldoppen is de invloed van wind klein.
Er zijn diverse meetinstrumenten om de windkracht en kracht van windvlagen te meten. Deze kunnen bijvoorbeeld gemeten worden met een kleine windmeter op een smartphone.
Bronnen:
Bouma, Agrometeorologisch specialist bij Agrometeorologisch Adviesbureau Erno Bouma, 2014.
(KAVB, 2007.
LTO Noord
Prummel & Datema.
Hellingen
Het strooien op hellingen heeft een grote invloed op het strooibeeld. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat de strooier scheef hangt.
De volgende aandachtspunten zijn belangrijk bij het strooien op hellingen:
- Kies bij het strooien van een perceel met hellingen geen grote werkbreedte. Strooi niet te breed in steile hellingen.
- Bij kantstrooien is het vaak zo dat als u schuin tegen de heuvel strooit, u heuvelafwaarts verder strooit dan heuvelopwaarts. Hierop kunt u inspelen door met een hydraulische strooier het toerental van de schijven aan te passen;
- Bij sommige strooiers heeft het strooien op hellingen een negatieve invloed op het strooibeeld. Dit wordt veroorzaakt doordat de meststoffen op een andere plaats op de strooischijf terecht komen;
- Als u een weegstrooier op hellingen gebruikt kan het voorkomen dat het weegsysteem niet meer nauwkeurig werkt. De oorzaak hiervan is dat bij schuin in de heuvel strooien de weegcellen van de strooier worden beïnvloed. Dit komt doordat de verdeling van de meststoffen in de kuip ongelijk is. Dit kan opgelost worden door een ingebouwde hellingshoeksensor. Deze sensor zorgt dan voor een correctie;
- Bij het strooien van heuvels is het voordelig om gebruik te maken van een snelheid afhankelijk doseersysteem, omdat hierdoor slip gedetecteerd kan worden bij het bergop rijden van de helling.
Meer zekerheid. Minder verliezen.
Een moderne agrariër wil slim en efficiënt werken. Daarbij heeft hij informatie nodig om te bepalen wanneer hij het beste kan spuiten, strooien, maaien of het welzijn van zijn dieren kan optimaliseren.
Dat kan met de vernieuwde en uitgebreide ‘Agro Weather App’ die OCI speciaal voor agrariërs heeft ontwikkeld. Deze app geeft afhankelijk van de geplande agro-activiteit het optimale moment aan om aan de slag te gaan.
Het ideale moment wordt weergegeven in een gedetailleerd overzicht. Per activiteit en per drie uur. De gegevens zijn per gps-locatie op te vragen. Tenslotte is het mogelijk zorgvuldig meerdere dagen vooruit te plannen.