Home > Bodem > Wat levert de bodem op? > Vochtvasthoudend vermogen
Vochtvasthoudend vermogen
Vooral op zandgronden levert organische stof een belangrijke bijdrage aan het vochthoudend vermogen. Door de aanwezigheid van aggregaten en kruimels ontstaan poriën van verschillende grootte. Vooral de microporiën in de aggregaten vergroten het vochthoudend vermogen.
Voor optimale gewasgroei is een juist vochtgehalte in de bodem essentieel. De vochthuishouding van de bodem wordt sterk beïnvloed door het weer. Daarnaast bepalen de bodemsoort en bodemstructuur hoeveel water er beschikbaar is voor het gewas. Zandgronden houden weinig water vast ten opzichte van kleigronden. Na een regenbui zakt het water snel in de bodem weg. Daarna is de bodem op ‘veldcapaciteit’ en houdt die het maximale volume water vast. Bij zandgronden is het percentage vocht bij veldcapaciteit lager dan bij kleigronden. Als het langere tijd niet regent verdampt het water uit de bodem en wordt het opgenomen door de plant. Op het moment dat er überhaupt geen water meer beschikbaar is voor de plant, begint het verwelkingsproces. Het verwelkingsmoment varieert per gewas.
Het verbeteren van de bodemstructuur draagt bij aan de balans tussen zuurstof en vocht in de bodem. Zowel onder natte omstandigheden als onder droge omstandigheden kunnen extremen in de vochtbalans worden verminderd door een gunstige bodemstructuur. Een betere bodemstructuur houdt meer en langer vocht vast. Hierdoor ontstaan er minder plassen op het land onder natte omstandigheden en droogt de bodem minder snel uit bij langdurige droogte. Dit zorgt voor een betere gewasgroei en opbrengst. Een betere bodemstructuur – die dus beter vocht kan behouden – ontstaat door meer organisch stof in de bodem, door het bevorderen van het bodemleven in de wortelzone en door het tegengaan van een verdichte onderlaag. Praktische maatregelen zijn het toevoegen van compost en mest, het verminderen van de bodembelasting, het constant bedekken van de bodem en het inzetten van groenbemesters.
Bronnen:
Bokhorst, J., C. ter Berg, M. Zanen en C.J. Koopmans (2008). Mest, compost en bodemvruchtbaarheid – 8 jaar proefveld Mest als Kans. Louis Bolk Instituut LD11.
Dijk, M. van en S. van Miltenburg (2013). De invloed van bodemstructuur op het watersysteem. STOWA 2013-13A, Amersfoort.
Schaap, B.F., P. Reidsma, J. Verhagen, H. Wolf, en M.K. van Ittersum (2013). Participatory design of farm level adaptation to climate risks in an arable region in the Netherlands. European Journal of Agronomy, 48:30-42.
Snellen, B. en T. van Hattum (2014). Bodemvochtgestuurd beregenen. Stowa Deltaproof, composed by Alterra, Wageningen.