Ideale strooier is voor elke gebruiker verschillend
Kunstmeststrooiers zijn er in veel soorten, kleuren en maten. Allemaal hebben ze voor- en nadelen. Wat de ideale strooier is, is afhankelijk van het soort bedrijf en soort meststoffen maar vooral van degene die de kunstmeststrooier gebruikt.
U kent allemaal de beelden met ‘mooie’ strooibanen in grasland. Gedeelten wat korter gras, lichter van kleur. Daarnaast banen die mooi volgroen en meer ontwikkeld zijn. Dit is een beeld wat we zeker NIET willen zien. De beperkte hoeveelheid die nog gebruikt mag worden vanuit de wetgeving, moet zo goed mogelijk worden verdeeld voor de beste benutting c.q. de hoogste efficiëntie. Een goed onderhouden en afgestelde machine is hiervoor de basis.
Verder is uiteraard de juiste rijafstand (met GPS?!) van belang. Zeker op grote percelen of percelen met een heuvelachtige ligging is dit hulpmiddel pure noodzaak. Ook op kleinere percelen (met voldoende markeringen) hebben ze een bewezen werking. Denk alleen al aan het gemak bij eventueel meerdere personen die het strooien verzorgen. Al het bovenstaande gecombineerd met de goede strooitabel moet tot een goed resultaat leiden.
Naast deze aandachtpunten is ook de kunstmest zelf van belang. Mooie korrels van gelijke grootte, gelijk gewicht en weinig (geen) stof of gruis geven het beste strooibeeld. De beste machine met de beste hulpmiddelen kan geen goed strooibeeld geven als er veel variatie in de korrels zit, gecombineerd met gruis. Kwaliteit betaalt zich hier ook terug! Veel grondgebruikers laten zien dat er met de kunstmeststrooier hetzelfde resultaat behaald kan worden als met de meest geavanceerde veldspuit met vloeibare meststoffen.
Bron: PPP-Agro Advies