Extra aandacht voor Nmin-monster na ‘droge’ winter
Als er in de herfst- en wintermaanden relatief weinig neerslag is gevallen, dan is het advies om voor stikstofkritische teelten (bijv. aardappelen met een laag OWG of suikerbieten) te overwegen een Nmin-monster te laten nemen. De meest gangbare periode hiervoor is vanaf medio februari tot medio maart.
Als er sprake is geweest van een relatief droge herfst en winter, dan zal er in deze periode ook nauwelijks stikstof en andere negatief geladen ionen (o.a. SO3-) zijn uitgespoeld. Ter illustratie bijvoorbeeld de situatie begin 2017 op de proefboerderijg in Westmaas. Hier was vanaf 1 september 2016 tot 1 januari 2017 totaal bijna 188 mm neerslag gevallen; de laagste hoeveelheid sinds de start van de registratie in 1974 (zie grafiek). Gemiddeld viel er in de afgelopen 20 jaar in die betreffende periode 340 mm. Door dit negatieve neerslagoverschot was begin januari op dat moment naar verwachting de N-voorraad, hoger dan normaal. Dit gold vooral voor de percelen waarop het voorafgaande najaar mest en/of een groenbemester was ingezet. Het advies voor een Nmin-monster wordt nog eens versterkt doordat er maar 30% kans (periode 1974-2016) is dat een najaar met lagere gemiddelde neerslag wordt gevolgd door een voorjaar met een meer dan gemiddelde neerslag in de periode 1 januari – 1 mei. Uiteraard is deze kansberekening gebaseerd op regionale gegevens, maar heeft inmiddels ook wel landelijke trekjes gekregen.
Bron: Delphy, OCI Agro