Zwavel in grasland vraagt meer aandacht
De zwavelvoorziening van grasland staat onder druk. Meer aandacht voor zwavelbemesting is daarom op zijn plaats.
Uit praktijkonderzoek van de afgelopen jaren blijkt dat de zwavelvoorziening van het gras te laag is. Een gebrek aan zwavel kan een aanzienlijke opbrengstdaling veroorzaken. Een zwaveltekort zorgt er ook voor dat de toegediende stikstof niet optimaal wordt benut. Zwavelgebrek is op het oog niet of nauwelijks waarneembaar. Toch treedt al snel een opbrengstdaling op.
U kunt een zwaveltekort afleiden uit de stikstof/zwavel-verhouding (N/S) in het gras. Als de N/S-verhouding hoger is dan 13, dan is de zwavelvoorziening van het gras te laag. Een overdaad aan zwavel is overigens ook niet goed. Een te hoge zwavelbemesting leidt tot een slechtere opname van koper en selenium door het vee.
Oorzaken van zwavelgebrek
Voor de krappere zwavelvoorziening zijn verschillende oorzaken. Zo is in de afgelopen tien jaar is de zwaveldepositie sterk gedaald tot waarden lager dan 10 kg S/ha. Daarnaast kan zwavel uitspoelen. Na een nat voorjaar is er een grotere kans op zwavelgebrek in gras op zandgrond en löss. De zwavel in organische mest doet weinig voor de voorjaarssneden, omdat deze pas beschikbaar komt na mineralisatie.