Tips voor precieze bijbemesting aardappelen met stikstof
Zodra bij aardappel de knolzetting is voltooid en de knolletjes circa 1,5 tot 2 cm zijn, is tijd om de stikstofbijbemesting te starten. Vaak beginnen de planten te bloeien als de knolzetting is voltooid. Hieronder volgt een aantal tips voor een nauwkeurige N-bijbemesting.
Hoeveelheid stikstofbijbemesting
- De hoeveelheid bijbemesting is afhankelijk van de hoeveelheid stikstof die u al heeft gegeven. In de periode van opkomst tot een vol gewas heeft aardappel in totaal circa 150 kg/ha N nodig. Vanaf het moment dat de knolzetting is begonnen, moet het gewas steeds circa 50 kg N beschikbaar hebben;
- Als u kunt beregenen, kunt u beter in meerdere keren een kleine gift (40-55 kg N = 150 tot 200 kg KAS) toepassen dan een grote gift in één keer;
- Bij hogere temperaturen is vaak minder of pas later bijbemesting nodig, omdat er veel mineralisatie kan hebben plaatsgevonden;
- Als er plaatselijk in korte tijd veel neerslag is gevallen, kan een deel van de stikstof zijn uitgespoeld. Een meting geeft dan inzicht in de stikstofbehoefte.
Stikstofmeting voor nauwkeurige bemesting
- Voor nauwkeurige bemesting per perceel kunt u tijdens het groeiseizoen metingen verrichten aan het gewas. Vanaf drie weken na opkomst kunt u de stikstofsituatie laten bepalen via een nitraatmeting in de bladstelen. Door deze metingen elke zeven tot tien dagen uit te voeren, volgt u het gewas op de voet;
- Een ander systeem is aardappelmonitoring waarbij twee maal wordt gemeten;
- Verschillende partijen werken aan de ontwikkeling van precisielandbouw. Door sensortechniek te combineren met beelden van drones is het mogelijk om de stikstof-, biomassa- en vochttoestand van een perceel te volgen. Zo kan ook inzicht worden gekregen in de verschillen in bemesting per perceel.
Bron: Delphy