Regenworm in element bij hogere pH en extra bekalking
Regenwormen spelen een belangrijke rol in een kwaliteitsbodem en het verkrijgen van goede gras- en maisopbrengsten. Ze zorgen voor de afbraak van organische stof, het beschikbaar maken van voedingsstoffen, waterinfiltratie, beworteling en structuurbehoud.
Met name de pendelende wormen zijn cruciaal, maar helaas ook juffertjes als het gaat om robuustheid en overleven. Wat kun je als veehouder doen om een gezonde populatie op peil te brengen en te houden?
Regenwormen belangrijk onderdeel biologische bodemvruchtbaarheid
Een kwaliteitsbodem levert de fysische, chemische en biologische voorwaarden voor een gezonde groei en is bepalend voor de productiviteit. Alle drie voorwaarden staan niet los van elkaar, maar bepalen samen de bodemvruchtbaarheid.
De biologische bodemvruchtbaarheid heeft betrekking op de rol (nutriënten kringlopen, vorming bodemstructuur en ziektewering) van de levende organismen in de bodem. Het bodemleven is zeer divers en omvat enorme hoeveelheden. Gemiddeld bestaat 5% van de organische stof in een gezonde bodem uit bodemleven. Hiervan is zo’n 15% regenwormen. Omgerekend betekent dit dat je zomaar zo’n 800 kg wormen per hectare kunt hebben. Zij hebben bijvoorbeeld een rol in het beschikbaar maken van nutriënten. Zo is uit diverse onderzoeken gebleken dat 70% van de stikstof uit dode regenwormen en 50% van de stikstof in wormenuitwerpselen en slijm door gras en mais worden opgenomen.
Drie groepen regenwormen
Ondanks dat misschien voor velen een regenworm een regenworm is, kennen we in Nederland 18 soorten. Deze zijn onder te verdelen in 3 groepen:
Groep | Kleur | Beweeglijkheid | Diepte (cm) | Voedsel | Hoofdfunctie |
Strooiselbewoners | Rood | Snel | 0-20 | Plantenresten / mest | Vertering organisch materiaal |
Bodembewoners | Grauw | Zwak | 0-40 | Voorverteerde plantenresten - organische stof | Structuurverbeteraar |
Pendelaars | Rood/roze | Matig | 0-300 | Plantenresten | Drainage, beluchting, beworteling |
Van bovengenoemde 3 groepen is de groep pendelaars eigenlijk het meest ‘opvallend’. Ze zijn verhoudingsgewijs het minst in aantal in en onder de bouwvoor aanwezig, hebben unieke functies die ook niet door andersoortig bodemleven over te nemen zijn en zijn het meest gevoelig voor een vroegtijdige dood. Pendelaars trekken grof organisch materiaal de grond in en verkleinen dit zodat schimmels en bacteriën het verder kunnen verteren. Indirect dragen ze ook bij aan een betere vertering van organisch materiaal door de beluchting van de bodem.
Maatregelen behoud gezonde populatie pendelaars
- Pendelaars gedijen beter in bodems met een hogere pH. Zijn er wensen of mogelijkheden om de pH te verhogen, de pendelaar zal het op prijs stellen. Kies bij voorkeur voor een calciumhoudende kalkmeststof.
- Laat aankomend maisland wat verder afdrogen voordat het wordt bewerkt. De kans is dan groter dat de pendelaar zich al wat dieper in het profiel heeft teruggetrokken.
- Zorg waar mogelijk voor extra aanvoer organische stof.
- Beperk verdichting van de bodem (bandenkeuze, bandendruk, berijdingsintensiteit). Bodemverdichting werkt verzurend en heeft daarmee een negatieve invloed op de populatie.
Een kwaliteitsbodem kan niet zonder een goed en gezond bodemleven. Ook al is het niet altijd direct zichtbaar, ze heeft meer invloed op lange termijn dan dat je in eerste instantie misschien denkt. Met een paar kleine aanpassingen in de huidige manier van werken is al veel resultaat te bereiken.
Bron: OCI