Magnesium bemesting van gras
Gras beschikt doorgaans over voldoende magnesium bij een evenwichtig aanbod van kali. Hoge giften kali en ammoniumstikstof beperken de magnesiumopname door het gras. Een te lage pH heeft ook een ongunstig effect. De gezondheid van de koe staat hierbij voorop. Magnesium tekort veroorzaakt een daling van de melkgift en melkziekte. Uiteindelijk krijgt de koe kopziekte met in veel gevallen een fatale afloop. Het tekort treedt vooral op in het vroege voorjaar en in de herfst door lage temperaturen. Daarnaast veroorzaakt een hoge kalivoorziening en een lage pH een laag Mg-gehalte in het gras.
Bemestingsadvies magnesium voor grasland op zand, dalgrond en löss | |||
---|---|---|---|
MgO-gehalte grond (mg/kg) | Waardering | MgO-bemesting in kg/ha | |
0 - 10 cm | 1e jaar | Daarna | |
0 - 71 | Laag | 200 | 50 |
71 - 136 | Vrij laag | 100 | 50 |
137 - 219 | Voldoende | 50 | 50 |
> 219 | Hoog | 0 | 0 |
Met het advies voor het eerste jaar wordt de magnesiumtoestand op de waardering “voldoende” gebracht.
– Bij het nieuwe PAE-grondonderzoek wordt bij het magnesiumadvies rekening gehouden met de kalitoestand, de zuurgraad en algemene bodemeigenschappen. Zo wordt bij een hoge kalitoestand een hoger magnesiumadvies gegeven.
– Het magnesiumgehalte van het gras is voor paarden minder belangrijk dan voor rundvee. Een te laag magnesiumgehalte van de bodem moet echter worden voorkomen. Daarom geldt de geadviseerde magnesiumbemesting ook voor paardenweiden.
– Het advies geldt bij toepassing van magnesium in de vorm van magnesiumsulfaat (kieseriet) of dierlijke mest. De werking van magnesium in magnesiumcarbonaat is bij najaarstoediening circa 50 % van de werking van magnesiumsulfaat en bij voorjaarstoediening circa 25 %. De nawerking van magnesiumcarbonaat is echter groter dan van magnesiumsulfaat.
– Magnesium stimuleert de bladgroen ontwikkeling. Dit is vaak zichtbaar aan de donkere kleur van het gras na een magnesium bemesting.
Bemestingsadvies magnesium voor grasland op klei en veen |
Op klei en veen geeft de magnesiumtoestand van de grond onvoldoende informatie over het
magnesiumgehalte van het gras. De magnesiumvoorziening op klei en veen kan verbeterd worden
door het bestuiven (2 keer per jaar) van het gras met gebrande magnesiet (20 kg MgO/ha) of het voeren van
magnesiumbrok.
Bij het nieuwe type grondonderzoek van Blgg (PAE-methode) wordt ook voor klei- en veengronden een magnesiumadvies gegeven.
Bron: Adviesbasis bemesting grasland en voedergewassen januari 2012