In wintertarwe drijfmest toedienen tot begin eerste knoop
Als er veel neerslag valt in het voorjaar, wordt de drijfmestgift uitgesteld. In wintertarwe kunt u dit uitstellen aan het begin van het 1e knoop-stadium.
Wanneer u mest uitrijdt als de tarwe gaat strekken, treedt er opbrengstderving op door verdichting in de sporen. Hoe hoog deze opbrengstderving is, wordt grotendeels bepaald door de vochtigheid van de ondergrond en de bodemdruk van de apparatuur. Als de tweede knoop duidelijk zichtbaar is, dan heeft een overbemesting met kunstmest de voorkeur. Afhankelijk van het N-aanbod is een gift van 50-80 kg N/ha voldoende (totaal is er circa 200-250 kg N per ha nodig).
Beschikbaar N
Op percelen waar u al eerder organische mest heeft uitgereden, is het belangrijk om te controleren hoeveel werkzame stikstof met deze mest is gegeven. Wanneer gehaltes tegenvallen, kunt u het beste direct bijstrooien om daarmee de tweede gift aan te vullen. Als u varkensmest heeft ingezet, luidt het advies om minimaal 80-85% van de totale stikstof te strooien vóór de 3e week van april. In geval van rundveedrijfmest is dit 100%, omdat N uit deze mestsoort later vrijkomt
In beide gevallen blijft een goede groeiregulatie bij begin 1e knoop en 2e knoop onder goede omstandigheden (temperatuur en luchtvochtigheid) vereist.
Bron: Delphy