Extra stikstofgift helpt niet tegen bladvlekken
Een extra ruime stikstofgift is niet nodig om bladvlekkenziekte te voorkomen. Dat blijkt uit onderzoek van het IRS.
De hoogte van de stikstofgift heeft geen significante invloed op de aantasting door bladschimmels: cercospora, ramularia, meeldauw, roest en gele vlekjes. Ook heeft de hoeveelheid stikstof geen extra invloed op de effectiviteit van de bladschimmelbespuitingen.
Volg voor het hoogste rendement zoveel mogelijk de adviesgift. Als u te weinig stikstof geeft, is de wortelopbrengst lager. Een te hoge gift gaat ten koste van het suikergehalte en de winbaarheidsindex (WIN).
Stikstofbemestingsrichtlijn
De stikstofbemestingsrichtlijn (zie tabel) is gericht op het bereiken van een optimaal financieel resultaat, waarbij rekening is gehouden met zowel de opbrengst en kwaliteit van de bieten als de kosten van de stikstofmeststoffen. De adviesgift is afhankelijk van de hoeveelheid gemineraliseerde stikstof (Nmin) in de bodem. Op dal- en veengronden is de voorspellende waarde van de Nmin voorraad gering. De adviesgift voor dal- en veengronden is daarom maximaal 150 kg N/ha.
De stikstofbemestingsrichtlijn (kg N/ha) voor suikerbieten | ||
---|---|---|
Nmin | Adviesgift kg N/ha | |
<100 | 200 - 1,7 * Nmin (0-60) | |
100-140 | 30 | |
>140 | 0 |
Zoutschade
Strooi vóór het zaaien in ieder geval niet meer dan 120 kg N/ha, om zoutschade te vermijden. Is de adviesgift hoger, strooi de rest dan na opkomst (4-6 blaadjes).