Aangepaste bemesting eerste snede bij voorjaarszaai op bouwland
Een vraag die velen elk voorjaar weer bezighoudt is hoe het grasland uit de afgelopen winter is gekomen. Hebben de weers- of bodemomstandigheden in die periode tot extra schade geleid? Zijn er nog naweeën van de zomerdroogte de afgelopen jaren? Voor een antwoord op die vraag is het advies de komende periode regelmatig een farmwalk te doen om de grassenontwikkeling op de percelen nauwgezet in de gaten te houden.
Uit onderzoek blijkt dat doorzaaien c.q. herinzaai pas echt rendabel is als er minder dan 1 spruit Engels raaigras staat per dm2. Op klei- en veengrond zijn de regels wat ruimer om grasland te scheuren, maar op zand- en lössgrond is dit deze periode beperkt tot eind mei (zie RVO.nl). Gaat u dit voorjaar over tot herinzaai, houdt er dan rekening mee dat het bemestingsadvies voor heringezaaid grasland uitgaat dat de eerste snede licht wordt geoogst (1000-1500 kg ds/ha). Dit bevordert de uitstoeling en heeft daarmee een positief effect op de onkruiddruk. Voor deze snede wordt een startgift van 30 kg N/ha geadviseerd, het liefst in de vorm van kunstmest vanwege de tijdige beschikbaarheid.
NB. N-bemesting van gras op gescheurd grasland mag alleen als op basis van een scheurmonster kan worden aangetoond dat er te weinig stikstof beschikbaar is. Dit scheurmonster moet zo laat mogelijk voor bemesten worden genomen.
Een goede pH is de basis voor goed grasland
Bij graslandvernieuwing is het verstandig om de pH van de grond op het goede niveau te brengen.
Streef op zandgrond naar een pH van 5 – 5.5. De voordelen van een goede pH zijn:
- beter bodemleven waardoor meer stikstof mineraliseert;
- sterke wortelontwikkeling en dichtere zode;
- voedingstoffen zijn goed beschikbaar voor het gras;
- gras is beter bestand tegen droogte.
Extra stikstof voor stoppel en wortel na inzaai op bouwland
Het stikstofadvies voor nieuw grasland op bouwland = advies blijvend grasland bij vastgestelde NLV + extra N-gift voor de opbouw van wortels en stoppel van de nieuwe graszode. Deze extra N-gift is als volgt:
Extra N-gift ten opzichte van het advies op blijvend grasland bij VOORJAARSZAAI van gras na bouwland
Tijdstip gift | Advies (kg N/ha) |
Jaar 1, voor eerste snede | 20 |
Jaar 1, voor tweede snede | 20 |
Jaar 1, voor derde snede | 10 |
Jaar 2, voor tweede snede | 25 |
Jaar 3 | 0 |
Nieuw grasland is gevoelig voor een zwavelbemesting
Het vermoeden bestaat dat nieuw ingezaaid grasland gevoeliger is voor zwaveltekort dan ouder grasland. Zekerheidshalve wordt daarom geadviseerd om op zandgrond 30 kg zwavel uit minerale meststoffen te strooien verdeeld over de tweede en derde snede (= eerste en tweede snede na lichte weidesnede) na inzaaien in het voorjaar. Klei- en veengrond hoeft niet apart te worden bemest met zwavel.
Fosfaat- en kalibemesting
Is er een recent grondonderzoek beschikbaar? Ga dan uit van een bodemtoestand die 1 klasse lager is dan het onderzoek aangeeft. Volg anders het normale advies.
Bekalking
Als er een recent grondonderzoek beschikbaar is, volg dan het standaard bekalkingsadvies. Recente gegevens van demovelden doen vermoeden dat bij een pH van 5,5 meer stikstof mineraliseert dan bij een pH van 5. Meer stikstof uit de bodem verhoogt de opbrengst van het grasland.
Overige nutriënten
Volg het standaard advies.